Wanneer je door middel van drinkvoeding niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt, kan sondevoeding nodig zijn. Via een dun buigzaam slangetje (een sonde) wordt dunne vloeibare voeding het maag-darmkanaal ingebracht. Dit kan bijvoorbeeld met een sonde door de neus, maar indien gewenst ook via een voedingstoma direct in de maag, twaalfvingerige darm of dunne darm. Ten slotte kan er parenterale voeding (tpv) worden aangelegd, dit is voeding welke direct in de bloedbaan terecht komt.
De verschillende soorten sondevoeding
Er bestaan verschillende soorten sondevoeding, je arts of diëtiste bepaald welke voeding het meest geschikt voor je is. Het bevat alle voedingsstoffen die je dagelijks nodig hebt, zoals koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines, mineralen en water. Overigens proef je van dat alles niets, dus verschillende smaken hebben bij sondevoeding geen nut. Indien je iets van de sondevoeding oprispt zal dit melkachtig proeven.
Polymere en monomere voeding
Polymere voeding bevat stoffen die in het darmkanaal afgebroken moeten worden. Monomere voeding (in de volksmond vaak "astronautenvoeding" genoemd) bevat stoffen die al deels verteerd zijn. Deze voeding is voor mensen met malabsorptieklachten. Hierbij is er een verstoring in de vertering ,opname en het vervoer van voedingsstoffen in het darmkanaal.
Nog meer soorten
Indien je veel vocht verliest of grote wonden hebt, zul je eiwitrijke sondevoeding krijgen. Bij botbreuken of veel energieverlies energierijke sondevoeding. Hypo-allergene sondevoeding krijg je bij overgevoeligheid voor bepaalde voedingsstoffen. En ten slotte bij stoelgangproblemen voeding met extra vezels en weinig vet. Ook is er speciale sondevoeding voor kinderen.
Toediening
De sondevoeding kan de dagelijkse voeding geheel vervangen, of een aanvulling zijn. De voeding zit in een afgesloten zak met een speciale sluiting (waar een slang aan te koppelen is) of een fles zodat er geen lucht bij kan komen voor de hygiëne. Er zijn drie manieren om sondevoeding toe te dienen:
- Er kan met een spuit meerdere malen per dag sondevoeding worden toegediend (per portie, ook wel per bolus genoemd).
- Ook kan het intermitterend worden toegediend (druppelsgewijs gedurende een dagdeel),
- en continu (24 uur of iets korter met een rust).
Rugzak
Je kunt dit regelen met een rolregelklem op de slang die je strakker of losser kunt zetten, waardoor de voeding langzamer of juist sneller gaat lopen. Ook kan de voeding door middel van een pomp druppelsgewijs in het maag-darmkanaal worden gebracht. De voedingspomp is in verschillende standen te zetten. Dit laatste gebeurt vaak 's nachts, maar je hebt ook speciale rugzakken zodat je ermee rond kunt lopen en je wat meer bewegingsvrijheid hebt. Voor kinderen bestaat er ook een kleine pomp die past in een speciaal rugzakje van 24x20x10 cm.
Een rugzak van buiten en van binnen, de voedingspomp en sondevoeding, met dank aan Kim