Tekst maat vergroten Tekst maat verkleinen Breng terug naar standaard maat
Totale Parenterale voeding (TPV)
Inhoudsopgave
Totale Parenterale voeding (TPV)
Verschillende variaties
Alle pagina's

 

Wanneer er door een (chronische) ziekte of operatie een verstoring in de opname van voeding is en het lichaam voeding (of vocht) niet meer via de orale (via de mond) of enterale (via het maag-darmkanaal) route op kan of mag nemen, kan Totale Parenterale Voeding (TPV) nodig zijn. Parenteraal betekent letterlijk ‘buiten de darm’. TPV is de aanlevering van voeding via een infuus buiten het maag-darmstelsel om, direct in de bloedbaan via bijvoorbeeld een ader of op een andere manier. Doordat de voedingstoffen direct in de bloedbaan komen wordt het spijsverteringskanaal ontzien.

tpv voeding

 

Alle voedingsstoffen

In TPV zitten alle voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft, zoals suikers, eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen en sporenelementen, net als in normale voeding. De voeding is alleen dusdanig bewerkt, dat deze zonder vertering in het maag-darmkanaal rechtstreeks in de bloedbaan kan worden toegediend. De samenstelling van de parenterale voeding is niet voor alle mensen gelijk. Afhankelijk van de behoefte aan energie, vocht en dergelijke kan de concentratie van de diverse voedingsstoffen variëren, evenals het aantal keren per week dat je parenterale voeding krijgt toegediend.

 

Ook thuis

Vaak wordt TPV gebruikt in het ziekenhuis, maar het kan ook thuis. En het kan tijdelijk zijn of blijvend. Je komt in aanmerking voor parenterale thuisvoeding wanneer je naar verwachting langer dan drie maanden TPV moet gaan gebruiken. Op dit moment hebben zo'n 160 mensen thuis-TPV. De voeding komt in de bloedbaan via een katheter met daaraan een infuussysteem en een infuuspomp.

 

De voeding

De mensen die thuis TPV krijgen sluiten meestal 's avonds het infuus aan en laten de voeding 's nachts inlopen. De gemiddelde inlooptijd van een volledige hoeveelheid voeding is ongeveer 12 uur, het mag niet halverwege worden afgebroken. Omdat de zak met voeding en het pompje in een rugzak kunnen worden opgeborgen is het ook mogelijk je overdag te voeden zonder dat dit ernstige beperkingen met zich meebrengt. Het is belangrijk om heel hygiënisch te werken om een infectie in de bloedbaan te voorkomen.

 

Complicaties

Via de katheter kunnen bacteriën je lichaam binnen dringen. Een infectie in de bloedbaan (sepsis) kan levensbedreigende gevolgen hebben. Vooral bij de Hickman-katheter en de Port-a-Cath is het risico van een sepsis aanwezig. Dus bij koorts meteen actie ondernemen.

 

 


 

In de meeste gevallen wordt een centraal veneuze katheter (CVC) aangelegd. Deze kunnen ingebracht worden op verschillende plaatsen en bestaan getunneld en ongetunneld. Alle technieken kunnen bestaan uit een of meerdere lumina (lumen/uitgangen).

 

- De Hickman-katheter

De Hickman-katheter, ook wel lange lijn genoemd. Hierbij wordt vlak onder het sleutelbeen (de vena subclavia) of in de hals (in de vena jugularis), een slangetje in een ader geschoven die naar het hart loopt, waarbij ze hem circa 3 centimeter voor het hart laten eindigen. Op deze plaats is de bloedstroom het sterkst en kan de voeding worden ingebracht. De Hickman-katheter heeft een cuff/manchet. Dit is een ring van sponsachtig materiaal die onderhuids is aangebracht. Deze cuff zorgt er voor dat de katheter vastgroeit en houdt ook bacteriën tegen. De Hickman-katheter is dus een getunnelde katheter. Het deel van de katheter dat door de huid naar buiten steekt, wordt aan de huid vastgehecht. Het andere uiteinde van het slangetje bevindt zich buiten het lichaam, en hierop kan de voeding/het infuus worden aangesloten. Ook kunnen er medicijnen worden toegediend.

- Subclavia

Lijkt op de Hickman-katheter. Dit infuus wordt onder plaatselijke verdoving in een grote ader onder het sleutelbeen (de vena subclavia) of soms in de hals (in de vena jugularis) of in de lies bij bijvoorbeeld mensen op de intensive care geplaatst. Bij het inbrengen kan deze katheter getunneld worden, maar het meest komt de ongetunnelde sublavia katheter voor.

 

 

Op de foto hieronder zie je de ongetunnelde versie in de hals, nadat het aanprikken onder het sleutelbeen een aantal keren is mislukt. Bij de onderste foto (met dank aan Miranda) die je katheter onder het sleutelbeen.

ongetunnelde versie in de hals van de subclavia

 

- De Port-A-Cath

Een andere manier is de Port-A-Cath (PAC) en de Pass-Port. Dit is een inwendig reservoir van ongeveer drie cm groot, een roestvrij stalen toedieningssysteem dat via een kleine operatieve ingreep onder de huid (vaak bij de borst) wordt ingebracht in een groot bloedvat: de vena subclavia. Het principe is hetzelfde als bij de Hickman-katheter, maar nu wordt het andere uiteinde van het slangetje onderhuids op een klein kastje aangesloten waarvan de voorkant van kunststof is gemaakt. Dit kastje kan dan door de huid worden aangeprikt met een naaldje. De Port-a-Cath kan lange tijd, afhankelijk van de omstandigheden, een jaar of langer onder de huid blijven zitten.

 

- Shunt

Ten slotte de shunt. Deze is er ook in verschillende variaties. Je hebt de cimino shunt (wordt ook wel 'Arterio Veneuze fistel' of 'AV-fistel' genoemd). Dit is de meest voorkomende shunt. Hierbij wordt onderhuids, meestal in de (onder) arm of pols, een verbinding ('kortsluiting', engels: 'shunt') gemaakt tussen een ader en een slagader. De shunt kan ook in de elleboogplooi (Brachialisfistel genoemd), bovenarm (de Gracz-shunt), bovenbeen of knieholte worden gemaakt. Soms wordt een ader uit het been gehaald en in de arm gezet. Door deze verbinding stroomt het bloed met hoge snelheid door de aders waardoor deze zichtbaar dikker wordt (dit proces wordt 'rijpen' genoemd) en gemakkelijk kan worden aangeprikt.

 

 

Indien je eigen bloedvaten niet geschikt zijn kan er een shunt worden gemaakt van niet-lichaamseigen materiaal. Dit wordt een P.T.F.E. (Gore-tex of polyurethaan) genoemd, waarbij de shunt gemaakt is van een kunststof prothese. Deze shunt wordt vaak in een lus aangelegd, waardoor ze hem soms ook wel loop-shunt ('loop' is engels voor boog) noemen.

 

Deze types shunts hebben een lange levensduur, met weinig kans op infecties en complicaties. Het aanprikken van deze shunt is pijnlijk. Daarom wordt regelmatig gebruikgemaakt van een verdovende zalf.

     

    - PICC

    Een tussenvorm van een centrale lijn en een infuus is een PICC (Peripherally Inserted Central venous Katheter). Dit is een katheter die in een perifeer bloedvat rondom de elleboogsplooi wordt ingebracht en waarbij de tip van de katheter zich net als bij de centrale lijn in de bovenste holle ader of in de rechter boezem van het hart bevindt. Een PICC is geschikt voor langdurige toediening (tot een jaar).

     

    Mede gebruik gemaakt van de website: Vereniging voor patiënten met parenterale thuisvoeding.

      Laatst aangepast op donderdag 15 december 2016 13:09
       

      Poll


      Welk soort TPV heb je?

      Welk soort TPV heb je?